Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AJ3270

Datum uitspraak2003-09-02
Datum gepubliceerd2003-09-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200303118/2
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 21 februari 2003, kenmerk C-125, hebben verweerders de aanvulling op het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), het 'POL-aanvulling ’t Rooth', vastgesteld.


Uitspraak

200303118/2. Datum uitspraak: 2 september 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: de stichting "Stichting Verontruste Plateaubewoners", gevestigd te Margraten, en andere, verzoekers, en provinciale staten van Limburg, verweerders. 1. Procesverloop Bij besluit van 21 februari 2003, kenmerk C-125, hebben verweerders de aanvulling op het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), het “POL-aanvulling ’t Rooth”, vastgesteld. Tegen de hierin opgenomen concrete beleidsbeslissing hebben onder meer verzoekers bij brief van 22 mei 2003, bij de Raad van State ingekomen op 23 mei 2003, beroep ingesteld. Bij brief van 22 mei 2003, bij de Raad van State ingekomen op 23 mei 2003, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 augustus 2003, waar verzoekers, vertegenwoordigd door mr. A.M. Mohnen, advocaat te Venlo, en verweerders, vertegenwoordigd door mr. J.M.W. Mesters, ambtenaar bij de provincie, zijn verschenen. Voorts is daar als [derde-belanghebbende] gehoord, vertegenwoordigd door mr. A. ten Veen, advocaat te Amsterdam, [gemachtigde], directeur en [gemachtigde], deskundige. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. De “POL-aanvulling ’t Rooth” voorziet in de uitbreiding van kalksteengroeve ’t Rooth in Margraten met 17 hectare. De winplaats is in de POL-aanvulling aangemerkt als concrete beleidsbeslissing in de zin van artikel 4a, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 2.3. Verzoekers kunnen zich met het besluit van verweerders niet verenigen. Zij vrezen onomkeerbare gevolgen indien het besluit in werking treedt. 2.4. Ter zitting is gebleken dat thans een bestemmingsplan voor het gebied in voorbereiding is. Naar verwachting zal dit plan eind 2003 of begin 2004 worden vastgesteld. Aangenomen dat tegen het plan bedenkingen worden ingediend, zal het college van gedeputeerde staten van Limburg medio 2004 over de goedkeuring van het plan beslissen. De verwachting van verzoekers dat het goedkeuringsbesluit zal worden genomen voordat de Afdeling in hoofdzaak uitspraak heeft gedaan op het beroep van verzoekers inzake de POL-aanvulling, deelt de Voorzitter niet. Ook hetgeen overigens uit de stukken en ter zitting naar voren is gekomen, biedt geen grond voor het oordeel dat de inwerkingtreding van het bestreden besluit onomkeerbare juridische of feitelijke gevolgen zal hebben. 2.5. Derhalve dient het verzoek wegens het ontbreken van een spoedeisend belang te worden afgewezen. 2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door dr. D. Dolman, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. C.M. Nollen, ambtenaar van Staat. w.g. Dolman w.g. Nollen Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 2 september 2003 332.